Nadat u thuis bewegingsdetectoren hebt geïnstalleerd, verwacht u dat het systeem onmiddellijk zal reageren op buitenstaanders. Als een dief over de drempel stapt of een raam inslaat, wordt er een alarm geactiveerd. En u kunt er zeker van zijn dat elk hoogwaardig alarmsysteem deze taak aankan. Maar reageren op beweging is slechts het halve werk: een belangrijke kwaliteit van een detector is de mogelijkheid om te bepalen wat er precies beweegt. Het moet snel en nauwkeurig een persoon detecteren, maar tegelijk moet het ook de weerselementen en huisdieren negeren, zodat u en het beveiligingsbedrijf er zeker van zijn: als het beveiligingssysteem alarm slaat, dan is er een echte dreiging en moet u onmiddellijk reageren.
Dit artikel vertelt hoe infrarood-bewegingsdetectoren de wereld zien, welke technologieën ze gebruiken om een herdershond van een schurk te onderscheiden en welke dingen eigenaars van dieren moeten onthouden bij het installeren van een alarmsysteem thuis.
Zo werken infrarood-bewegingsdetectoren
Bewegingsdetectoren op basis van infraroodsensoren vangen de infraroodstraling of, met andere woorden, de warmte op.
Hoe dichter bij wit, hoe sterker de straling en hoe warmer het object.
Soms wordt er gezegd: ‘De bewegingsdetector zag een man.’ Maar eigenlijk zien deze apparaten geen objecten, dieren of mensen. Het gaat in feite alleen om gegevens.
Videospeler